ECLI:NL:RVS:2022:1643
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening vreemdeling tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 9 juni 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening. Dit verzoek was ingediend door een vreemdeling die in hoger beroep was gegaan tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag, waarin zijn beroep tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid ongegrond was verklaard. Het besluit van de staatssecretaris, genomen op 4 augustus 2021, hield in dat de vreemdeling geen verblijfsrecht als gemeenschapsonderdaan in Nederland meer had. Dit besluit werd later door de staatssecretaris bevestigd na een bezwaar van de vreemdeling, dat op 15 november 2021 ongegrond werd verklaard.
De vreemdeling verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, zodat hij niet zou worden uitgezet voordat er op het hoger beroep was beslist. De voorzieningenrechter heeft de belangen van zowel de staatssecretaris als de vreemdeling afgewogen. Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter besloten om het verzoek af te wijzen, waarbij werd opgemerkt dat de staatssecretaris geen proceskosten hoefde te vergoeden. De uitspraak werd gedaan in het openbaar en is vastgesteld door mr. H.G. Sevenster, met mr. J.A. Verweij als griffier. De voorzieningenrechter was verhinderd om de uitspraak te ondertekenen, maar de beslissing werd wel openbaar gemaakt op de datum van uitspraak.