ECLI:NL:RVS:2022:1927
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 5 juli 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin een vreemdeling een voorlopige voorziening heeft verzocht. De vreemdeling had eerder een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 29 april 2022 niet in behandeling was genomen. De rechtbank Den Haag had op 10 juni 2022 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard, waarna de vreemdeling hoger beroep heeft ingesteld en tevens verzocht om een voorlopige voorziening.
De vreemdeling verzocht de voorzieningenrechter om te bepalen dat hij niet zou worden overgedragen totdat er op het hoger beroep was beslist. De voorzieningenrechter heeft, na beoordeling van de aangevoerde argumenten, besloten om de voorlopige voorziening te treffen. Dit houdt in dat de vreemdeling niet zal worden overgedragen totdat er een uitspraak is gedaan in het hoger beroep. Daarnaast heeft de voorzieningenrechter de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten die de vreemdeling heeft gemaakt in verband met de behandeling van het verzoek, tot een bedrag van € 759,00, dat geheel is toe te rekenen aan beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
Deze uitspraak benadrukt het belang van rechtsbescherming voor vreemdelingen die in asielprocedures betrokken zijn, en de noodzaak om hen niet te overdragen voordat er een definitieve uitspraak is gedaan in hun hoger beroep.