ECLI:NL:RVS:2022:201
Raad van State
- Herziening
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Herziening van een onherroepelijke uitspraak in vreemdelingenrecht
Op 24 januari 2022 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek tot herziening van een eerdere uitspraak van 29 april 2020. Dit verzoek was ingediend door een vreemdeling, die op 27 december 2021 de Afdeling verzocht om herziening van de eerder genomen beslissing in zaak nr. 202002197/1/V3. De Afdeling heeft in haar overwegingen vastgesteld dat herziening van een onherroepelijke uitspraak mogelijk is op basis van nieuwe feiten en omstandigheden, zoals vastgelegd in artikel 8:119, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Echter, de vreemdeling heeft geen nieuwe feiten of omstandigheden aangevoerd die een herziening zouden rechtvaardigen. Daarom heeft de Afdeling het verzoek tot herziening afgewezen. Tevens is bepaald dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. N. Verheij, lid van de enkelvoudige kamer, in aanwezigheid van mr. M.T. Annen, griffier. De uitspraak is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.