ECLI:NL:RVS:2022:2043
Raad van State
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen intrekking exploitatievergunning coffeeshop en verzoek om voorlopige voorziening
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 12 januari 2022. De verzoeker, handelend onder de naam [bedrijf] en wonend te Beverwijk, heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen in verband met de intrekking van zijn exploitatievergunning voor een coffeeshop. De voorzieningenrechter heeft op 13 juli 2022 in een openbare zitting geoordeeld dat het verzoek om een voorlopige voorziening wordt afgewezen.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat er voldoende aanleiding is om aan te nemen dat de Afdeling in de bodemprocedure zal oordelen dat de burgemeester de exploitatievergunning terecht heeft ingetrokken. Dit is gebaseerd op eerdere uitspraken, waaronder een uitspraak van 3 maart 2022, waarin werd vastgesteld dat de coffeeshop van de verzoeker met ingang van 31 maart 2022 gesloten moet zijn.
Na een uitspraak van de rechtbank Noord-Holland op 21 juni 2022, waarin de beroepen van de verzoeker tegen besluiten van de inspecteur van de Belastingdienst gegrond zijn verklaard, heeft de verzoeker opnieuw een verzoek ingediend om de voorlopige voorziening op te heffen. De voorzieningenrechter is van mening dat er nader onderzoek nodig is om te bepalen of er nog voldoende grond bestaat voor de intrekking van de exploitatievergunning. Dit onderzoek zal in de bodemprocedure plaatsvinden, die is gepland voor 7 september 2022. De voorzieningenrechter heeft de behandeling van de bodemzaak bespoedigd, maar heeft het verzoek om de voorlopige voorziening niet ingewilligd.