ECLI:NL:RVS:2022:2360
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- E. Steendijk
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak na niet in behandeling nemen aanvraag verblijfsvergunning
Op 30 juni 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem. Op 29 juli 2022 heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. L.J. Blijdorp, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 16 augustus 2022 uitspraak gedaan. Het hoger beroep van de vreemdeling is ongegrond verklaard. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de rechtbank terecht en op goede gronden tot haar oordeel is gekomen. De motivering van de rechtbank is door de Afdeling overgenomen. Het verzoek om een voorlopige voorziening is afgewezen, en de staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
De beslissing van de voorzieningenrechter bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek om voorlopige voorziening af. Deze uitspraak is gedaan in het openbaar en is ondertekend door de voorzieningenrechter en de griffier.