ECLI:NL:RVS:2022:2840
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verblijfsvergunning asiel en verzoek om voorlopige voorziening
Op 3 oktober 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende de afwijzing van een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 15 februari 2022 de aanvraag van de vreemdeling afgewezen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. H.L.M. Janssen, heeft tegen deze afwijzing beroep aangetekend bij de rechtbank Den Haag, die op 29 augustus 2022 het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank had terecht vastgesteld dat de staatssecretaris de afwijzing van de asielaanvraag deugdelijk had gemotiveerd. De vreemdeling had weliswaar gebeurtenissen in zijn woonplaats geloofwaardig geacht, maar de staatssecretaris vond de gebeurtenissen na zijn vertrek naar Hurghada en Caïro niet geloofwaardig. De vreemdeling had onvoldoende onderbouwd waarom hij geen bescherming van hogere autoriteiten had gezocht, wat leidde tot de conclusie dat de staatssecretaris de aanvraag terecht had afgewezen.
De voorzieningenrechter bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om voorlopige voorziening af. De staatssecretaris werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 3 oktober 2022.