ECLI:NL:RVS:2022:287

Raad van State

Datum uitspraak
31 januari 2022
Publicatiedatum
31 januari 2022
Zaaknummer
202004633/1/V2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • N. Verheij
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

Op 31 januari 2022 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 10 juni 2020 de aanvraag van de vreemdeling afgewezen. De vreemdeling was het niet eens met deze beslissing en heeft hiertegen beroep aangetekend bij de rechtbank Den Haag. Op 17 augustus 2020 verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond, waarop de vreemdeling, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. G.H.P. Buren, hoger beroep heeft ingesteld bij de Raad van State.

In de uitspraak van 31 januari 2022 heeft de Raad van State de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat het beroep gegrond is. Dit betekent dat de Raad van State de eerdere beslissing van de rechtbank heeft vernietigd. De uitspraak is gedaan met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, wat inhoudt dat de Raad van State zonder verdere zitting tot een beslissing is gekomen. De uitspraak is openbaar uitgesproken en is vastgesteld door mr. N. Verheij, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. N. Tibold, griffier. De griffier heeft de uitspraak ondertekend, aangezien het lid van de enkelvoudige kamer verhinderd was om dit te doen.

Uitspraak

202004633/1/V2.
Datum uitspraak: 31 januari 2022
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 17 augustus 2020 in zaak nr. NL20.12557 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Procesverloop
Bij besluit van 10 juni 2020 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.
Bij uitspraak van 17 augustus 2020 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. G.H.P. Buren, advocaat te Rotterdam, hoger beroep ingesteld.
Overwegingen
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
III.      verklaart het beroep gegrond;
Aldus vastgesteld door mr. N. Verheij, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. N. Tibold, griffier.
Het lid van de enkelvoudige kamer is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.
w.g. Tibold
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 31 januari 2022
844