ECLI:NL:RVS:2022:2886

Raad van State

Datum uitspraak
7 oktober 2022
Publicatiedatum
7 oktober 2022
Zaaknummer
202205052/1/V3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • N. Verheij
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet-betaling griffierecht in vreemdelingenzaak

Op 7 oktober 2022 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De vreemdeling had een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 17 september 2021 was afgewezen. Na een ongegrond verklaard bezwaar op 1 april 2022, heeft de rechtbank op 27 juli 2022 het beroep van de vreemdeling tegen deze afwijzing eveneens ongegrond verklaard. Hierop heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. I. Özkara, hoger beroep ingesteld.

De griffier heeft de vreemdeling in een brief gewezen op de verplichting tot betaling van griffierecht voor het hoger beroep, met een deadline van 7 september 2022. Aangezien de vreemdeling dit griffierecht niet heeft voldaan, heeft de griffier haar op 9 september 2022 opnieuw geïnformeerd over de noodzaak van betaling binnen twee weken. De vreemdeling heeft echter geen betaling verricht en ook geen redenen aangevoerd waarom het hoger beroep toch in behandeling zou moeten worden genomen.

De Raad van State heeft geconcludeerd dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is, omdat de vereiste betaling van het griffierecht niet heeft plaatsgevonden. De staatssecretaris is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden. De uitspraak benadrukt het belang van het tijdig voldoen aan proceskosten in bestuursrechtelijke procedures.

Uitspraak

202205052/1/V3.
Datum uitspraak: 7 oktober 2022
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
appellante,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, van 27 juli 2022 in zaak nr. NL22.6024 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Procesverloop
Bij besluit van 17 september 2021 heeft de staatssecretaris een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.
Bij besluit van 1 april 2022 heeft de staatssecretaris het daartegen door de vreemdeling gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 27 juli 2022 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. I. Özkara, advocaat te Arnhem, hoger beroep ingesteld.
Daartoe in de gelegenheid gesteld, heeft de vreemdeling zich nader uitgelaten.
Overwegingen
1.       De griffier heeft de vreemdeling er bij brief op gewezen dat zij voor het hoger beroep griffierecht moet betalen. Haar is daarbij verzocht het griffierecht uiterlijk op 7 september 2022 te voldoen. Omdat de vreemdeling dit niet heeft gedaan, heeft de griffier haar bij aangetekende brief van 9 september 2022 laten weten dat het griffierecht binnen twee weken na de dag van verzending van de brief op de rekening van de Raad van State moet zijn bijgeschreven of contant moet zijn betaald. In die brief staat ook dat als het griffierecht niet op die datum is ontvangen, het hoger beroep alleen al daarom niet-ontvankelijk kan worden verklaard. Het griffierecht is niet binnen de termijn betaald. De vreemdeling heeft geen redenen aangevoerd waarom het hoger beroep toch in behandeling moet worden genomen.
2.       Het hoger beroep is niet-ontvankelijk. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. N. Verheij, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. M.T. Annen, griffier.
w.g. Verheij
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Annen
griffier
765