ECLI:NL:RVS:2022:2950
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 12 oktober 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling had genomen. Dit besluit was genomen op 5 september 2022. De vreemdeling had hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 3 oktober 2022 het beroep gegrond verklaarde en het besluit van de staatssecretaris vernietigde. De rechtbank bepaalde dat de staatssecretaris een nieuw besluit moest nemen met inachtneming van de uitspraak. De staatssecretaris ging in hoger beroep tegen deze uitspraak en verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, zodat hij de uitspraak van de rechtbank niet hoefde uit te voeren totdat de Afdeling op het hoger beroep had beslist.
De voorzieningenrechter heeft de belangen van zowel de staatssecretaris als de vreemdeling afgewogen en besloten om de voorlopige voorziening te treffen. Dit houdt in dat de overdrachtstermijn wordt opgeschort met ingang van de datum van de uitspraak. De voorzieningenrechter heeft ook bepaald dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid in asielprocedures en de noodzaak om de rechten van de vreemdeling te waarborgen, terwijl tegelijkertijd de rechtsbescherming van de staatssecretaris wordt gerespecteerd. De uitspraak is gedaan door mr. A.W.M. Bijloos, in tegenwoordigheid van mr. J.A. Verweij als griffier.