ECLI:NL:RVS:2022:2989

Raad van State

Datum uitspraak
19 oktober 2022
Publicatiedatum
18 oktober 2022
Zaaknummer
202203250/2/R2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
  • J. Hoekstra
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening tegen uitspraak rechtbank Limburg inzake omgevingsvergunning voor kappen van bomen

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 19 oktober 2022 uitspraak gedaan op het verzoek van [verzoeker] om een voorlopige voorziening. Het verzoek richtte zich tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg van 10 mei 2022, waarin het beroep van [verzoeker] tegen een besluit van 22 februari 2021 ongegrond werd verklaard. Dit besluit handhaafde een eerder besluit van 8 september 2020, waarbij aan de Vereniging van Eigenaars (VVE) een omgevingsvergunning werd verleend voor het kappen van 16 essenbomen op een perceel in Sittard.

De voorzieningenrechter heeft op 11 oktober 2022 een openbare zitting gehouden, waarbij [verzoeker] vertegenwoordigd was door zijn advocaat, mr. S.J.H.G.M. Schils. Het college van burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen was vertegenwoordigd door mr. P.H.C. van Meerten, en de VVE was vertegenwoordigd door haar secretaris. Tijdens de zitting heeft [verzoeker] verzocht om schorsing van de besluiten van 8 september 2020 en 22 februari 2021, totdat het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg is behandeld.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek afgewezen. Hij overwoog dat de omgevingsvergunning, verleend voor de activiteit 'het (doen) vellen van een houtopstand', op 8 september 2021 was geëxpireerd, omdat de geldigheidsduur van de vergunning slechts één jaar was. Aangezien de vergunning niet meer geldig was, bestond er geen spoedeisend belang voor het treffen van de gevraagde voorlopige voorziening. Het college van burgemeester en wethouders hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Uitspraak

202203250/2/R2.
Datum uitspraak: 19 oktober 2022
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) op het hoger beroep van:
[verzoeker], wonend te Sittard, gemeente Sittard-Geleen,
tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg van 10 mei 2022 in zaak nr. 21/726 in het geding tussen:
[verzoeker]
en
het college van burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen.
Openbare zitting gehouden op 11 oktober 2022 om 12:00 uur.
Tegenwoordig:
Staatsraad mr. J. Hoekstra, voorzieningenrechter
griffier: mr. D.L. Bolleboom
Verschenen per videoverbinding:
[verzoeker], vertegenwoordigd door mr. S.J.H.G.M. Schils, advocaat te Urmond;
Het college van burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen, vertegenwoordigd door mr. P.H.C. van Meerten, gevestigd te Sittard-Geleen;
De Vereniging van eigenaars [locatie] (hierna: de VVE), vertegenwoordigd door [secretaris], gevestigd te Sittard-Geleen.
Het verzoek richt zich tegen de uitspraak van 10 mei 2022 van de rechtbank Limburg in zaak nummer 21/726. Bij deze uitspraak heeft de rechtbank het beroep van [verzoeker] tegen het besluit van 22 februari 2021, waarbij een bij besluit van 8 september 2020 aan de VVE verleende omgevingsvergunning voor de activiteit kappen is gehandhaafd, ongegrond verklaard.
[verzoeker] heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen die inhoudt dat het besluit van 8 september 2020 en het besluit van 22 februari 2021 worden geschorst voor de duur van het aanhangig zijn van het hoger beroep tegen voornoemde uitspraak van de rechtbank.
De voorzieningenrechter
wijst het verzoek af.
Daartoe overweegt hij het volgende.
De omgevingsvergunning is blijkens het besluit van 8 september 2020 verleend voor de activiteit ‘het (doen) vellen van een houtopstand’ en heeft betrekking op 16 essenbomen op het perceel [locatie] te Sittard.
Onder het kopje "Geldigheidsduur" op bladzijde 1 van dit besluit is het volgende opgenomen: "Voor de activiteit ‘het (doen) vellen van een houtopstand’ wordt de vergunning verleend voor de periode van één jaar."
Omdat het de voorzieningenrechter niet is gebleken dat deze termijn van één jaar is verlengd, is de betreffende omgevingsvergunning op 8 september 2021 geëxpireerd. Dat betekent dat deze vanaf die datum geen gelding meer heeft en dus niet meer door de VVE kan worden gebruikt.
Dat leidt tot de conclusie dat geen spoedeisend belang bestaat bij het treffen van de gevraagde voorziening.
Het college hoeft geen proceskosten te vergoeden.
w.g. Hoekstra
voorzieningenrechter
w.g. Bolleboom
griffier
641