ECLI:NL:RVS:2022:3196
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning asiel en verzoek voorlopige voorziening
Op 11 augustus 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 9 september 2022 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. D. de Heuvel, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 8 november 2022 uitspraak gedaan. De staatssecretaris heeft in een brief laten weten dat de vreemdeling met onbekende bestemming is vertrokken en dat er geen contact meer is met de gemachtigde van de vreemdeling. Dit leidde de Afdeling tot de conclusie dat de vreemdeling geen belang meer heeft bij een beoordeling van het hoger beroep.
Daarom heeft de voorzieningenrechter het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. N. Verheij, in tegenwoordigheid van mr. A.M. van Meurs-Heuvel als griffier.