ECLI:NL:RVS:2022:3311

Raad van State

Datum uitspraak
16 november 2022
Publicatiedatum
16 november 2022
Zaaknummer
202200038/1/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijzigingsplan Chw bestemmingsplan Oosterwold en de beslisboom ‘Water’

Op 9 november 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Almere het wijzigingsplan "Chw bestemmingsplan Oosterwold" vastgesteld. Dit plan betreft een gebied dat zich uitstrekt over de gemeenten Almere en Zeewolde, waar ruimte wordt geboden voor de realisatie van woningen, bedrijven en andere voorzieningen. Appellant, wonend in Almere, heeft bezwaar gemaakt tegen de beslisboom ‘Water’ die als bijlage bij het wijzigingsplan is opgenomen. Hij betoogt dat de voorwaarden in deze beslisboom onvoldoende duidelijk zijn en dat deze ook van toepassing zijn op reeds vergunde initiatieven. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 21 oktober 2022 behandeld. De Afdeling oordeelt dat het college terecht de beslisboom ‘Water’ heeft vastgesteld en dat de voorwaarden daarin niet in strijd zijn met de geldende wet- en regelgeving. Het beroep van appellant wordt ongegrond verklaard, en het college hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan op 16 november 2022.

Uitspraak

202200038/1/R1.
Datum uitspraak: 16 november 2022
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant], wonend te Almere,
appellant,
en
het college van burgemeester en wethouders van Almere,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 9 november 2021 heeft het college het wijzigingsplan "Chw bestemmingsplan Oosterwold" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [appellant] beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
[appellant] heeft nadere stukken ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 21 oktober 2022, waar [appellant] en het college, vertegenwoordigd door mr. C.M.J. Boekkooi en S. Berkhout, zijn verschenen.
Overwegingen
Inleiding
1. Oosterwold betreft een gebied dat zowel in de gemeente Almere als in de gemeente Zeewolde ligt. Door de raad van de gemeente Almere is op 29 september 2016 voor het Almeerse deel van Oosterwold het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte "Oosterwold" vastgesteld (hierna: het bestemmingsplan). In dat bestemmingsplan wordt ruimte geboden aan de realisatie van woningen in landelijke woonmilieus, kantoren, bedrijven, stedelijke voorzieningen, recreatieve voorzieningen, stadslandbouw en groen- en waterstructuren. Er wordt uitgegaan van uitnodigingsplanologie. Niet de gemeente, maar de initiatiefnemers bepalen, binnen de grenzen die het bestemmingsplan stelt, hoe het plangebied eruit komt te zien. Bij de aanvraag om een omgevingsvergunning moet een initiatiefnemer aantonen dat het initiatief voldoet aan de normen en voorwaarden voor milieu- en omgevingsfactoren die in de artikelen 13.13 tot en met 13.25 van de regels van het bestemmingsplan zijn opgenomen. Als het initiatief niet voldoet aan een of meer van de genoemde normen, past het initiatief niet binnen het bestemmingsplan.
De normen en voorwaarden voor milieu- en omgevingsfactoren zijn gebaseerd op het beleid, de richtlijnen en de wet- en regelgeving zoals die golden ten tijde van vaststelling van het bestemmingsplan op
29 september 2016. Inmiddels is voor een aantal aspecten sprake van nieuw beleid, nieuwe richtlijnen of nieuwe wet- en regelgeving. Met het wijzigingsplan worden enkele normen en voorwaarden voor milieu- en omgevingsfactoren uit de artikelen 13.13 tot en met 13.25 van de regels van het bestemmingsplan geactualiseerd.
[appellant] woont aan de [locatie] in Almere en heeft bezwaar tegen de als bijlage 1 bij de regels van het wijzigingsplan opgenomen beslisboom ‘Water’.
Regels bestemmingsplan
2. Artikel 13.13 van de regels van het bestemmingsplan luidt: "Bij de aanvraag om omgevingsvergunning dient de initiatiefnemer aan te tonen dat het initiatief voldoet aan de hieronder beschreven normen voor milieu- en omgevingsfactoren. Indien het initiatief niet voldoet aan een of meer van de genoemde normen, dan wel kan voldoen aan de in de Bijlage Beslisbomen genoemde voorwaarden voor die milieu- of omgevingsfactor, past het initiatief niet binnen het bestemmingsplan."
Artikel 13.25 luidt: "Bij het realiseren van gebouwen, gebruikswijzigingen en het aanleggen van verharding geldt dat geen negatief effect optreedt op het watersysteem. Ten behoeve van de toets of hieraan wordt voldaan, wordt de 'beslisboom water' doorlopen zoals opgenomen in de Bijlage Beslisbomen."
Artikel 18.1 luidt: "Het bevoegd gezag kan artikelen 13.13 tot en met 13.25 en de bijlagen, waaronder ook de beslisbomen, waarnaar in dit bestemmingsplan wordt verwezen, wijzigen naar aanleiding van;
a. gewijzigde wet- en regelgeving;
b. gewijzigd beleid en/of gewijzigde richtlijnen."
Regels wijzigingsplan
3. Artikel 1.3 van de regels van het wijzigingsplan luidt: "In deze regels wordt verstaan onder vigerend bestemmingsplan het Chw bestemmingsplan Oosterwold met identificatienummer NL.IMRO.0034.OP5alg01-vg01 van de gemeente Almere, vastgesteld door de raad van de gemeente Almere op 29 september 2016."
Artikel 2 luidt: "In de regels van het vigerend bestemmingsplan worden de hieronder beschreven wijzigingen aangebracht. Voor het overige blijft het vigerend bestemmingsplan van overeenkomstige toepassing.
[…];
Bijlagen bij Regels, Bijlage 2 Beslisbomen: Beslisboom 9 ‘Water’ wordt vervangen door de nieuwe beslisboom ‘Water’ die is opgenomen in Bijlage 1 Gewijzigde beslisbomen."
Inhoudelijk
4. [ appellant] betoogt allereerst dat in de als bijlage 1 bij de regels van het wijzigingsplan opgenomen nieuwe beslisboom ‘Water’ ten onrechte de voorwaarde wordt gesteld dat bij de aanleg van de waterberging rekening wordt gehouden met de aansluitmogelijkheid van het volgende perceel. Volgens hem is onvoldoende duidelijk wat wordt verstaan onder ‘aansluitmogelijkheid’ en het ‘rekening houden met’, zodat dit in het wijzigingsplan nader had moeten worden omschreven of het college de voorwaarde had moeten verwijderen.
4.1. Beslisboom ‘Water’ die is opgenomen in bijlage 1 "Gewijzigde beslisbomen" bij de regels van het wijzigingsplan, luidt: " "
De Afdeling stelt vast dat de voorwaarde ‘Aansluiting watersysteem’ ook is opgenomen in de beslisboom ‘Water’ die in bijlage 2 "Beslisbomen" bij de regels van het bestemmingsplan is opgenomen.
4.2. De Afdeling is van oordeel dat het college op grond van artikel 18.1 van de regels van het bestemmingsplan alleen een beslisboom kan wijzigen naar aanleiding van gewijzigde wet- en regelgeving of gewijzigd beleid en/of gewijzigde richtlijnen. Het college heeft terecht gesteld dat daarvan wat betreft het aspect Aansluiting watersysteem geen sprake is. Dat betekent dat het college niet bevoegd is om met het voorliggende wijzigingsplan de voorwaarde ‘Aansluiting watersysteem’ uit de beslisboom ‘Water’ aan te passen dan wel te verwijderen.
Het betoog slaagt niet.
5. Verder voert [appellant] aan dat in de nieuwe beslisboom ‘Water’ staat dat vanuit het waterschap aanvullende eisen gesteld kunnen worden aan een project. Volgens hem had duidelijk moeten worden aangegeven in de beslisboom ‘Water’ wat deze eisen inhouden of waar deze eisen te raadplegen zijn. Door dit na te laten is sprake van een rechtsonzekere situatie.
5.1. De Afdeling stelt vast dat de beslisboom ‘Water’ bestaat uit twee voorwaarden. Onder de beslisboom staat verder opgenomen dat vanuit het Waterschap aanvullende eisen gesteld kunnen worden aan een project.
5.2. Het college heeft toegelicht dat om te voorkomen dat initiatiefnemers na het doorlopen van de beslisboom ‘Water’ de verwachting hebben dat daarmee het aspect water volledig in orde is, er voor gekozen is om onder de beslisboom een waarschuwing op te nemen. Daarin wordt erop gewezen dat er vanuit het waterschap aanvullende eisen kunnen worden gesteld aan een project. In Oosterwold is voor vrijwel alle initiatieven naast een omgevingsvergunning op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht namelijk ook een watervergunning van het college van Dijkgraaf en Heemraden van waterschap Zuiderzeeland nodig op grond van de Keur van het waterschap. Bij het verlenen van een watervergunning maakt het college van Dijkgraaf en Heemraden een eigen afweging en kan het ook voorwaarden stellen aan (de uitvoering van) een project, aldus het college.
De Afdeling overweegt dat de opmerking in de beslisboom ‘Water’ dat vanuit het waterschap aanvullende eisen gesteld kunnen worden aan een project, geen deel uitmaakt van de beslisboom ‘Water’ zelf en dus niet dient als toetsingskader voor aanvragen om een omgevingsvergunning. Voor zover [appellant] betoogt dat in de beslisboom ‘Water’ zelf had moeten worden opgenomen wat deze aanvullende eisen inhouden, overweegt de Afdeling als volgt. Zoals hiervoor in 4.2 is overwogen, kan het college op grond van artikel 18.1 van de planregels van het bestemmingsplan alleen een beslisboom wijzigen naar aanleiding van gewijzigde wet- en regelgeving of gewijzigd beleid en/of gewijzigde richtlijnen. Met betrekking tot het opnemen van deze aanvullende eisen in de beslisboom ‘Water’ is daarvan geen sprake. Dat betekent dat het college niet bevoegd is om met het voorliggende wijzigingsplan de beslisboom ‘Water’ in zoverre aan te vullen.
Het betoog slaagt niet.
6. Ten slotte wijst [appellant] erop dat de beslisboom ‘Water’ geldt voor het gehele gebied Oosterwold. Hij vreest dat deze beslisboom dus ook van toepassing is op alle initiatieven die in het verleden al vergund zijn.
6.1. De Afdeling is van oordeel dat de beslisboom ‘Water’ op grond van artikel 13.13 van de regels van het bestemmingsplan in samenhang bezien met artikel 13.25 alleen dient als toetsingskader voor aanvragen om een omgevingsvergunning. Dat betekent dat, anders dan [appellant] veronderstelt, de beslisboom ‘Water’ niet van toepassing is op initiatieven waarvoor in het verleden al een omgevingsvergunning is verleend.
Het betoog slaagt niet.
Conclusie
7. Het beroep is ongegrond.
8. Het college hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. M.J.G. Driessen, griffier.
w.g. Scholten-Hinloopen
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Driessen
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 16 november 2022
634