ECLI:NL:RVS:2022:3357
Raad van State
- Hoger beroep
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep inzake aanvraag verblijfsvergunning asiel
Op 22 november 2022 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De aanvraag was op 2 oktober 2022 afgewezen, waarna de vreemdeling op 25 oktober 2022 in eerste aanleg door de rechtbank Den Haag in het ongelijk werd gesteld. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. E.W.B. van Twist, heeft hoger beroep ingesteld, maar dit hogerberoepschrift is na de wettelijke termijn van 1 november 2022 ingediend. De Raad van State oordeelde dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was, ondanks de argumenten van de gemachtigde over ziekte en vakantie. De Raad benadrukte dat het de verantwoordelijkheid van de gemachtigde is om zorg te dragen voor een goede voortgang van de zaken, ook tijdens afwezigheid. Hierdoor werd het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard en werd de staatssecretaris niet verplicht om proceskosten te vergoeden.