ECLI:NL:RVS:2022:3422
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de bewaring van een vreemdeling door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een vreemdeling tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die op 27 september 2022 de vreemdeling in bewaring heeft gesteld. De rechtbank Den Haag heeft op 13 oktober 2022 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. K. Yousef, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 23 november 2022 uitspraak gedaan. Het hoger beroep is ongegrond verklaard, waarbij de rechtbank in stand is gehouden. De Afdeling oordeelt dat het hogerberoepschrift geen vragen bevat die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moeten worden. Dit oordeel behoeft geen verdere motivering.
Daarnaast wordt opgemerkt dat het hoger beroep ook een rechtsvraag betreft die eerder door de Afdeling is beantwoord, waardoor er geen aanleiding is om in dit geval anders te oordelen. De staatssecretaris is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en de beslissing is genomen door mr. C.M. Wissels, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. C.M.J.B. A Campo, griffier.