ECLI:NL:RVS:2022:3812
Raad van State
- Mondelinge uitspraak
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake Wob-verzoek over sanering terrein fosforfabriek Thermphos
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 8 april 2021, waarin het beroep van [appellant] tegen de afwijzing van zijn Wob-verzoek door het college van gedeputeerde staten van Zeeland ongegrond werd verklaard. Het Wob-verzoek, ingediend op 9 september 2019, betreft informatie over de sanering van het terrein van de voormalige fosforfabriek Thermphos in Vlissingen-Oost. [appellant] verzocht om documenten met betrekking tot specifieke uitgaven aan Van Citters Beheer B.V. door de provincie Zeeland en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, evenals de financiële verantwoording door VCB aan deze instanties.
Het college van gedeputeerde staten van Zeeland heeft het verzoek afgewezen, stellende dat het niet beschikt over de gevraagde informatie. Het college heeft aangevoerd dat de financiële verantwoording door VCB op hoofdlijnen plaatsvindt en dat het niet mogelijk is om te achterhalen welke bedragen voor welke werkzaamheden aan welke bedrijven zijn betaald. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de mondelinge uitspraak gedaan op 14 december 2022, waarbij de Afdeling de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigt. De Afdeling oordeelt dat het college op niet ongeloofwaardige wijze heeft ontkend dat de gevraagde informatie onder hem berust en dat [appellant] niet aannemelijk heeft gemaakt dat deze informatie wel beschikbaar is.
De uitspraak benadrukt het belang van transparantie in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur, maar ook de grenzen van de informatieplicht van bestuursorganen. De Afdeling concludeert dat de verwijzing naar de Samenwerkingsovereenkomst 2018 onvoldoende aanknopingspunten biedt voor de stelling van [appellant] dat de informatie wel onder het college berust. De uitspraak bevestigt daarmee de afwijzing van het Wob-verzoek en de eerdere uitspraak van de rechtbank.