ECLI:NL:RVS:2022:3815

Raad van State

Datum uitspraak
14 december 2022
Publicatiedatum
19 december 2022
Zaaknummer
202107189/1/A3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
  • N. Verheij
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake openbaarmaking geluidsopnames op verzoek van appellant op grond van de Wet openbaarheid van bestuur

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 16 september 2021. [appellant] had op 26 juli 2019 een verzoek ingediend op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) bij het college van burgemeester en wethouders van Nissewaard. Hij verzocht om openbaarmaking van geluidsopnames die zijn gemaakt tijdens de hoorzittingen van de Werkgevercommissie, waarbij hij en het college zijn gehoord. Het college heeft op 26 september 2019 besloten de geluidsopnames openbaar te maken.

Echter, bij besluit van 11 maart 2020 heeft het college het bezwaar van [appellant] deels gegrond verklaard en deels niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank Rotterdam heeft in haar uitspraak van 16 september 2021 het beroep van [appellant] ongegrond verklaard. [appellant] is vervolgens in hoger beroep gegaan tegen deze uitspraak. De mondelinge uitspraak vond plaats op 14 december 2022, waarbij de staatsraad N. Verheij de zaak behandelde.

De Afdeling verklaart het hoger beroep van [appellant] niet-ontvankelijk. De reden hiervoor is dat [appellant] met de openbaarmaking van de geluidsopnames heeft gekregen waar hij om heeft verzocht. Aangezien het verlangde is bereikt, kan hij met deze procedure niets meer bereiken. De mededeling van het college dat [appellant] in strijd met de Algemene Verordening Gegevensbescherming handelt indien hij de geluidsopnames publiceert zonder de namen van de betrokkenen te anonimiseren, is slechts informatief en heeft in deze procedure geen betekenis.

Uitspraak

202107189/1/A3.
Datum uitspraak: 14 december 2022
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak (artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht) op het hoger beroep van:
[appellant], wonend te Spijkenisse, gemeente Nissewaard,
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 16 september 2021 in zaak nr. 20/2210 in het geding tussen:
[appellant]
en
het college van burgemeester en wethouders van Nissewaard.
Openbare zitting gehouden op 14 december 2022 om 10:30 uur.
Tegenwoordig:
Staatsraad mr. N. Verheij, lid van de enkelvoudige kamer.
griffier: mr. Y. Soffner
Verschenen:
[appellant], bijgestaan door mr. ing. A.T. Tilburg, advocaat te Spijkenisse;
Het college, vertegenwoordigd door P.J. VIcek en A.J. Kras-Skladnik.
Bij besluit van 26 september 2019 heeft het college beslist op het verzoek van [appellant] om op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob) informatie openbaar te maken.
Bij besluit van 11 maart 2020 heeft het college het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar deels gegrond verklaard, deels niet-ontvankelijk verklaard.
Bij uitspraak van 16 september 2021 heeft de rechtbank het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Het hoger beroep van [appellant] richt zich tegen de uitspraak van 16 september 2021 van de rechtbank Rotterdam.
De Afdeling
I.        verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Gronden:
[appellant] heeft op 26 juli 2019 een verzoek op grond van de Wob ingediend. Hij heeft daarbij het college verzocht om openbaarmaking van de geluidsopnames die zijn gemaakt tijdens de hoorzittingen van de Werkgevercommissie waarbij hij en het college zijn gehoord.
Het college heeft besloten de geluidsopnames openbaar te maken. Door openbaarmaking van de geluidsopnames heeft [appellant] gekregen waar hij om heeft verzocht.
Nu het verlangde is bereikt, kan [appellant] met deze procedure, die alleen ziet op openbaarmaking op grond van de Wob, niets meer bereiken.
De mededeling van het college in zijn besluiten dat [appellant] in strijd met de Algemene Verordening Gegevenswerking handelt indien hij de geluidsopnames publiceert zonder de namen van de betrokkenen te anonimiseren, betreft slechts een mededeling van informatieve aard. Deze mededeling heeft in deze procedure geen betekenis.
w.g. Verheij
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Soffner
griffier
818