ECLI:NL:RVS:2022:444
Raad van State
- Verschoning
- A. ten Veen
- J.Th. Drop
- R. Uylenburg
- C.M. Wissels
- Rechtspraak.nl
Verzoek om verschoning in bestuursrechtelijke procedure
In de zaak met nummer 202105470/1/R4, die op 14 februari 2022 op zitting zou worden behandeld, heeft staatsraad A. ten Veen op 10 februari 2022 een verzoek tot verschoning ingediend. Dit verzoek werd gedaan omdat hij betrokken was bij de voorbereiding van de zaak, waarbij de vergunninghouder werd vertegenwoordigd door Stibbe advocaten, het kantoor waar hij tot en met februari 2019 aan verbonden was. Ten Veen wilde elke schijn van vooringenomenheid bij de behandeling van het hoger beroep voorkomen en vroeg daarom om verschoning.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek om verschoning beoordeeld. Ingevolge artikel 8:19 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan een rechter zich op verzoek van een partij verschonen indien er feiten of omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. De Afdeling oordeelde dat de motivering van Ten Veen voldoende was om het verzoek te honoreren.
Uiteindelijk heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State het verzoek om verschoning toegewezen. De beslissing werd vastgesteld door voorzitter J.Th. Drop en de leden R. Uylenburg en C.M. Wissels, in tegenwoordigheid van griffier N.D.T. Pieters. De voorzitter en de griffier waren verhinderd de beslissing te ondertekenen. De uitspraak vond plaats in het openbaar op 10 februari 2022.