ECLI:NL:RVS:2022:520
Raad van State
- Hoger beroep
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verblijfsvergunning asiel en niet-ontvankelijkheid hoger beroep
Op 20 april 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. H.T. Gerbrandy, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld na een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag, die op 14 oktober 2021 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling heeft echter met onbekende bestemming het land verlaten, en haar gemachtigde heeft geen contact met haar kunnen leggen. Dit heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State ertoe geleid om te concluderen dat de vreemdeling geen belang meer heeft bij een beoordeling van het hoger beroep. Hierdoor is het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. De staatssecretaris is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. N. Verheij, lid van de enkelvoudige kamer, in aanwezigheid van mr. M.T. Annen, griffier. De uitspraak vond plaats op 17 februari 2022.