ECLI:NL:RVS:2022:717
Raad van State
- J.Th. Drop
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van verzoek om beperkte kennisneming van vertrouwelijke stukken in hoger beroep
In deze zaak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 22 juli 2021, waarin de burgemeester van Almere vertrouwelijke versies van twee gedingstukken heeft overgelegd. Deze gedingstukken omvatten een bestuurlijke rapportage en een hennepinformatiebericht. De burgemeester heeft, met verwijzing naar artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), verzocht dat alleen de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State kennis mag nemen van deze stukken. De Afdeling heeft de vertrouwelijke stukken beoordeeld en vastgesteld dat de namen van [appellant] en zijn kinderen, evenals de handtekeningen van de rapporteur en de aanbieder, zijn weggelakt om de persoonlijke levenssfeer te beschermen.
De Afdeling heeft overwogen dat het belang van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van de betrokkenen zwaarder weegt dan het belang van [appellant] om kennis te nemen van deze gegevens. Dit geldt echter niet voor zijn eigen naam en geboortedatum, noch voor de namen en geboortedata van zijn kinderen. De Afdeling heeft het verzoek om beperkte kennisneming van de rapportage alleen gerechtvaardigd geacht voor de naam en handtekening van de rapporteur en de aanbieder. Daarnaast heeft de Afdeling het verzoek om beperkte kennisneming van het hennepinformatiebericht toegewezen, omdat het belang van opsporing in dit geval zwaarder weegt dan het belang van [appellant].
De beslissing van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State houdt in dat het verzoek om kennisneming van de namen en geboortedata van de in rechtsoverweging 3 genoemde personen wordt afgewezen, terwijl de burgemeester wordt verzocht om een nieuwe versie van de bestuurlijke rapportage aan de Afdeling en de andere partij toe te sturen. De uitspraak is gedaan door mr. J.Th. Drop, lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer, en is openbaar uitgesproken op 10 maart 2022.