ECLI:NL:RVS:2022:742

Raad van State

Datum uitspraak
8 maart 2022
Publicatiedatum
15 maart 2022
Zaaknummer
202106637/2/R4
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
  • J. Hoekstra
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van omgevingsvergunning voor kappen van bomen in Voorthuizen

Op 8 maart 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in de zaak tussen [verzoeker] en het college van burgemeester en wethouders van Barneveld. Deze uitspraak betreft de schorsing van een omgevingsvergunning die op 14 oktober 2021 door het college was verleend voor het kappen van 59 bomen op een perceel in Voorthuizen. De voorzieningenrechter had eerder, op 10 december 2021, al een voorlopige voorziening getroffen waarbij het besluit van het college was geschorst. [verzoeker] heeft verzocht deze voorlopige voorziening in stand te laten en uit te breiden om te voorkomen dat er struweel op het perceel kan worden aangeplant.

Tijdens de openbare zitting op 8 maart 2022, waar de voorzieningenrechter en de griffier aanwezig waren, werd duidelijk dat [partij] geen verdere uitvoering zal geven aan de verleende omgevingsvergunning. Dit betekent dat het kappen van de bomen, waaronder vier specifieke bomen, niet zal plaatsvinden totdat de Afdeling uitspraak heeft gedaan in de bodemprocedure. De voorzieningenrechter heeft besloten de schorsing van de omgevingsvergunning te handhaven en het college te veroordelen tot vergoeding van de proceskosten van [verzoeker]. Daarnaast is het college gelast om het griffierecht aan [verzoeker] te vergoeden.

De voorzieningenrechter heeft ook aangegeven dat de behandeling van de bodemprocedure op 9 mei 2022 zal plaatsvinden. De verzoeken van [verzoeker] om de voorlopige voorziening te wijzigen met betrekking tot het struweel zijn afgewezen, omdat deze niet onder de verleende omgevingsvergunning vallen. De uitspraak benadrukt dat er geen verdere uitvoering aan de omgevingsvergunning kan worden gegeven totdat er een uitspraak in de bodemprocedure is gedaan.

Uitspraak

202106637/2/R4.
Datum uitspraak: 8 maart 2022
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State over de opheffing of wijziging van de bij uitspraak van 10 december 2021 in zaak nr. 202106637/3/R4 getroffen voorlopige voorziening (artikel 8:87 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoeker], wonend te Voorthuizen, gemeente Barneveld,
en
het college van burgemeester en wethouders van Barneveld,
verweerder.
Openbare zitting gehouden op 8 maart 2022 om 16:30 uur.
Tegenwoordig:
Staatsraad mr. J. Hoekstra, voorzieningenrechter
griffier: mr. M.L.M. van Loo
jurist: mr. C.I. Heijkoop
Verschenen:
[verzoeker], bijgestaan door mr. E.M. Oskam, advocaat te Utrecht, en vergezeld van [gemachtigde A];
Het college, via videoverbinding, vertegenwoordigd door H. Stam;
[partij], vertegenwoordigd door [gemachtigde B].
Bij uitspraak van 10 december 2021, in zaak nr. 202106637/3/R4, heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van het college van 14 oktober 2021 geschorst. Bij dit besluit heeft het college aan [partij] een omgevingsvergunning verleend voor onder meer het kappen van 59 bomen op het perceel tussen de Kerkstraat, de Jan Steenstraat en de Rembrandtstraat in Voorthuizen (hierna: het perceel).
[verzoeker] heeft verzocht de getroffen voorlopige voorziening in stand te laten en, indien mogelijk, uit te breiden zodat geen struweel op het perceel kan worden aangeplant.
De voorzieningenrechter:
I.        handhaaft de bij wijze van voorlopige voorziening uitgesproken schorsing van het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Barneveld van 14 oktober 2021;
II.       veroordeelt het college van burgemeester en wethouders van Barneveld tot vergoeding van bij [verzoeker] in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 2.315,82, waarvan € 2.277,00 is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
III.      gelast dat de raad van de gemeente Barneveld aan [verzoeker] het door hem voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 181,00 vergoedt.
Daarover overweegt de voorzieningenrechter het volgende.
Op de zitting is gebleken dat [partij] geen verdere uitvoering zal geven aan de verleende omgevingsvergunning, en dat ook het kappen van de 4 bomen met nummers 76 tot en met 79 als bedoeld in bijlage 1a bij de Boom Effect Analyse niet zal plaatsvinden, totdat de Afdeling uitspraak heeft gedaan in de bodemprocedure. Onder die omstandigheden ziet de voorzieningenrechter aanleiding de getroffen voorlopige voorziening te handhaven. De voorzieningenrechter zal overigens bevorderen dat de behandeling op zitting van de zaak in de bodemprocedure zal plaatsvinden op 9 mei 2022. Voor zover [verzoeker] de voorzieningenrechter heeft verzocht de getroffen voorlopige voorziening te wijzigen voor wat betreft het struweel dat [partij] wenst te realiseren op het perceel, overweegt de voorzieningenrechter dat de verleende omgevingsvergunning daar niet op ziet, zodat evenmin de getroffen voorlopige voorziening daar betrekking op heeft en ook geen voorlopige voorziening daarover kan worden getroffen. De vraag of voor het kunnen realiseren van dat struweel een omgevingsvergunning of andere publiekrechtelijke medewerking benodigd is, en zo ja, welke, staat in deze procedure ook niet ter beoordeling.
Het voorgaande betekent dat geen verdere uitvoering aan de bij het besluit van 14 oktober 2021 verleende omgevingsvergunning kan worden gegeven, totdat de Afdeling uitspraak heeft gedaan in de bodemprocedure.
Het college moet de proceskosten vergoeden.
De voorzieningenrechter is verhinderd de uitspraak te ondertekenen
De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen
418-971