ECLI:NL:RVS:2022:742
Raad van State
- Mondelinge uitspraak
- J. Hoekstra
- Rechtspraak.nl
Schorsing van omgevingsvergunning voor kappen van bomen in Voorthuizen
Op 8 maart 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in de zaak tussen [verzoeker] en het college van burgemeester en wethouders van Barneveld. Deze uitspraak betreft de schorsing van een omgevingsvergunning die op 14 oktober 2021 door het college was verleend voor het kappen van 59 bomen op een perceel in Voorthuizen. De voorzieningenrechter had eerder, op 10 december 2021, al een voorlopige voorziening getroffen waarbij het besluit van het college was geschorst. [verzoeker] heeft verzocht deze voorlopige voorziening in stand te laten en uit te breiden om te voorkomen dat er struweel op het perceel kan worden aangeplant.
Tijdens de openbare zitting op 8 maart 2022, waar de voorzieningenrechter en de griffier aanwezig waren, werd duidelijk dat [partij] geen verdere uitvoering zal geven aan de verleende omgevingsvergunning. Dit betekent dat het kappen van de bomen, waaronder vier specifieke bomen, niet zal plaatsvinden totdat de Afdeling uitspraak heeft gedaan in de bodemprocedure. De voorzieningenrechter heeft besloten de schorsing van de omgevingsvergunning te handhaven en het college te veroordelen tot vergoeding van de proceskosten van [verzoeker]. Daarnaast is het college gelast om het griffierecht aan [verzoeker] te vergoeden.
De voorzieningenrechter heeft ook aangegeven dat de behandeling van de bodemprocedure op 9 mei 2022 zal plaatsvinden. De verzoeken van [verzoeker] om de voorlopige voorziening te wijzigen met betrekking tot het struweel zijn afgewezen, omdat deze niet onder de verleende omgevingsvergunning vallen. De uitspraak benadrukt dat er geen verdere uitvoering aan de omgevingsvergunning kan worden gegeven totdat er een uitspraak in de bodemprocedure is gedaan.