ECLI:NL:RVS:2022:893
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J.Th. Drop
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak betreffende verblijfsvergunning en inreisverbod
Op 24 maart 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd en een verzoek om uitstel van vertrek had afgewezen. De vreemdeling had hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit was door de staatssecretaris ongegrond verklaard. De rechtbank Den Haag had op 4 februari 2022 het beroep van de vreemdeling gegrond verklaard en het besluit van de staatssecretaris vernietigd, met de opdracht om een nieuw besluit te nemen. De staatssecretaris heeft hiertegen hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat het voorlopig oordeel is dat de uitspraak van de rechtbank mogelijk niet in stand blijft. Gezien de belangen van zowel de staatssecretaris als de vreemdeling heeft de voorzieningenrechter besloten om de voorlopige voorziening te treffen. Dit houdt in dat de staatssecretaris geen uitvoering hoeft te geven aan de uitspraak van de rechtbank totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 24 maart 2022.