ECLI:NL:RVS:2022:977
Raad van State
- Mondelinge uitspraak
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening tegen last onder bestuursdwang opgelegd door college van burgemeester en wethouders van Molenlanden
Op 3 november 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Molenlanden aan de verzoeker een last onder bestuursdwang opgelegd, waarbij hij werd verplicht om een woning op een perceel in Goudriaan te verwijderen en verwijderd te houden. Dit besluit werd in stand gelaten in het besluit op bezwaar van 24 maart 2021. De verzoeker heeft hiertegen hoger beroep ingesteld, waarbij hij de voorzieningenrechter heeft verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. De mondelinge uitspraak vond plaats op 29 maart 2022, waarbij de voorzieningenrechter, Staatsraad mr. N. Verheij, de zaak behandelde.
De verzoeker stelde dat de opgelegde last onrechtmatig was en vroeg om schorsing van de besluiten van het college totdat de hoofdzaak was behandeld. De voorzieningenrechter heeft de belangen van de verzoeker afgewogen tegen die van het college. Hij concludeerde dat het belang van de verzoeker, die op korte termijn geconfronteerd zou worden met de verwijdering van zijn woning, zwaarder woog dan het belang van het college en andere betrokken partijen bij de verwijdering van de woning. De voorzieningenrechter heeft daarom besloten om de besluiten van het college te schorsen en heeft het college gelast om het griffierecht van de verzoeker te vergoeden.
De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige belangenafweging in bestuursrechtelijke procedures, vooral wanneer het gaat om de gevolgen van bestuursdwang voor de betrokkenen. De voorzieningenrechter heeft in dit geval geoordeeld dat er onvoldoende acuut belang was voor het college om de woning van de verzoeker te laten verwijderen, gezien de lange aanwezigheid van de woning en het gebrek aan overlast voor de omgeving.