ECLI:NL:RVS:2023:1068

Raad van State

Datum uitspraak
16 maart 2023
Publicatiedatum
16 maart 2023
Zaaknummer
202300208/1/V3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • H.G. Sevenster
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep inzake vreemdeling in bewaring gesteld door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

Op 16 maart 2023 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling die in bewaring was gesteld door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Het besluit tot bewaring dateert van 29 november 2022. De vreemdeling had eerder, op 16 december 2022, een beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, die het beroep ongegrond verklaarde en het verzoek om schadevergoeding afwees. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M.A.M. Karsten, heeft hoger beroep ingesteld, maar dit hogerberoepschrift is na de wettelijke termijn van 23 december 2022 bij de Raad van State binnengekomen. De vreemdeling heeft geen redenen aangevoerd om het hoger beroep toch in behandeling te nemen, waardoor het hoger beroep als niet-ontvankelijk werd verklaard. De staatssecretaris is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd gedaan door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in aanwezigheid van mr. P.A. Melse, griffier.

Uitspraak

202300208/1/V3.
Datum uitspraak: 16 maart 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats 's-­Hertogenbosch, van 16 december 2022 in zaak nr. NL22.24459 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Procesverloop
Bij besluit van 29 november 2022 heeft de staatssecretaris de vreemdeling in bewaring gesteld.
Bij uitspraak van 16 december 2022 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M.A.M. Karsten, advocaat te Amsterdam, hoger beroep ingesteld.
De vreemdeling is in de gelegenheid gesteld zich nader uit te laten.
Overwegingen
1.       De termijn voor het instellen van hoger beroep eindigde op 23 december 2022. Het hogerberoepschrift is daarna bij de Raad van State binnengekomen. De vreemdeling heeft het hogerberoepschrift daarom niet op tijd ingediend. De vreemdeling heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid redenen aan te voeren waarom het hoger beroep toch in behandeling moet worden genomen.
2.       Het hoger beroep is niet-ontvankelijk. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. P.A. Melse, griffier.
w.g. Sevenster
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Melse
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 16 maart 2023
191-967