ECLI:NL:RVS:2023:1094
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vrijheidsontnemende maatregel opgelegd door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 20 maart 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Dit besluit, genomen op 27 september 2022, hield in dat de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel was opgelegd. De rechtbank Den Haag had op 13 januari 2023 het beroep van de vreemdeling tegen het voortduren van deze maatregel ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. W.P.R. Peeters, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
De Raad van State overwoog dat de uitspraak van de rechtbank betrekking had op het voortduren van de vrijheidsontnemende maatregel, waartegen volgens de wet geen hoger beroep mogelijk is. De Afdeling bestuursrechtspraak stelde vast dat de vreemdeling geen redenen had aangevoerd die zouden rechtvaardigen dat het hoger beroep toch in behandeling zou worden genomen. Het verbod op hoger beroep kan alleen worden doorbroken in gevallen waar geen eerlijk proces heeft plaatsgevonden, wat in deze zaak niet het geval was.
Uiteindelijk verklaarde de Afdeling zich onbevoegd om van het hoger beroep kennis te nemen en oordeelde dat de staatssecretaris geen proceskosten hoefde te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum, 20 maart 2023.