ECLI:NL:RVS:2023:1101
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak betreffende afwijzing verblijfsvergunning
Op 20 maart 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd had afgewezen. De vreemdeling had bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing, maar de staatssecretaris verklaarde het bezwaar ongegrond. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam, heeft op 27 januari 2023 het beroep van de vreemdeling gegrond verklaard en de afwijzing van de staatssecretaris vernietigd, met de opdracht om een nieuw besluit op bezwaar te nemen.
Tegen deze uitspraak heeft de staatssecretaris hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft de staatssecretaris verzocht om de uitspraak van de rechtbank niet uit te voeren totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat het niet aannemelijk is dat de uitspraak van de rechtbank in stand blijft, en heeft daarom besloten om de voorlopige voorziening te treffen. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid geen uitvoering hoeft te geven aan de uitspraak van de rechtbank totdat er een beslissing is genomen in het hoger beroep. Deze uitspraak is gedaan door mr. N. Verheij, in tegenwoordigheid van mr. M.M. Mercelina, griffier, en is uitgesproken in het openbaar op 20 maart 2023.