ECLI:NL:RVS:2023:1174
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning asiel en verzoek om voorlopige voorziening
Op 22 maart 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 19 januari 2023 de aanvraag van de vreemdeling afgewezen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. S.R. Kwee, heeft tegen deze afwijzing beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 1 maart 2023 het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het hoger beroep ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank bevestigd. De voorzieningenrechter oordeelde dat het hogerberoepschrift geen vragen bevatte die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden. Het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen, en de staatssecretaris werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden.
De uitspraak benadrukt de strikte voorwaarden waaronder een voorlopige voorziening kan worden getroffen en bevestigt de afwijzing van de aanvraag voor de verblijfsvergunning asiel. De beslissing werd genomen door mr. A. Kuijer, in aanwezigheid van griffier mr. N. Tibold, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.