ECLI:NL:RVS:2023:1222

Raad van State

Datum uitspraak
29 maart 2023
Publicatiedatum
29 maart 2023
Zaaknummer
202204052/2/A3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Rechters
  • J.Th. Drop
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen intrekking exploitatie- en drank- en horecavergunning horecaonderneming in Almelo

In deze zaak heeft [appellante] hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 24 mei 2022, waarin het beroep tegen de intrekking van de exploitatievergunning en drank- en horecavergunning van haar horecaonderneming in Almelo ongegrond werd verklaard. De burgemeester van Almelo heeft de Afdeling verzocht om te bepalen dat alleen de Afdeling kennis mag nemen van bepaalde stukken, vanwege gewichtige redenen. Dit betreft onder andere een Bibob-advies en een bestuurlijke rapportage die betrekking hebben op de feitelijk leidinggevende van de horecaonderneming.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de verzoeken van de burgemeester beoordeeld in het licht van artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Hierbij is een afweging gemaakt tussen het belang van [appellante] om kennis te nemen van de stukken en het belang van de burgemeester om bepaalde informatie geheim te houden. De Afdeling heeft vastgesteld dat het Bibob-advies al aan [appellante] was verstrekt en dat de kennisneming van dit advies niet beperkt hoeft te worden. Voor de bestuurlijke rapportage heeft de Afdeling echter geoordeeld dat het belang van de persoonlijke levenssfeer gedeeltelijk zwaarder weegt dan het belang van kennisneming door [appellante].

De Afdeling heeft daarom het verzoek tot beperkte kennisneming van de bestuurlijke rapportage gedeeltelijk gerechtvaardigd en de burgemeester verzocht om binnen 14 dagen een geschoonde versie van deze rapportage aan de Afdeling en [appellante] toe te sturen. De beslissing is openbaar uitgesproken op 29 maart 2023.

Uitspraak

202204052/2/A3.
Datum beslissing: 29 maart 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Beslissing op grond van artikel 8:29, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) in het hoger beroep van:
[appellante], wonend te Almelo,
tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 24 mei 2022 in zaak nr. 20/2194 in het geding tussen:
[appellante]
en
de burgemeester van Almelo.
Procesverloop
[appellante] heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 24 mei 2022 in zaak nr. 20/2194. In deze uitspraak heeft de rechtbank het beroep van [appellante] tegen het besluit tot intrekking van de exploitatievergunning en drank- en horecavergunning van de [horecaonderneming] in Almelo ongegrond verklaard
De burgemeester heeft twee gedingstukken overgelegd en met verwijzing naar artikel 8:29 van de Awb medegedeeld dat uitsluitend de Afdeling kennis zal mogen nemen van deze stukken.
Het betreft het advies van het Landelijk Bureau Bibob met bijlagen van 17 maart 2020 (hierna: het Bibob-advies) en de bestuurlijke rapportage van 4 maart 2020.
Overwegingen
Het verzoek
1.       De burgemeester heeft de Afdeling wegens het bestaan van gewichtige redenen verzocht te bepalen dat alleen de Afdeling van de stukken kennis zal nemen. De bestuurlijke rapportage gaat over degene die als feitelijk leidinggevende betrokken is geweest bij de horecaonderneming van [appellante] en niet over haarzelf. Voor het Bibob-advies verwijst de burgemeester naar artikel 28 van de Wet Bibob.
De reactie van [appellante]
2.       [appellante] vindt dat zij moet kunnen beschikken over de stukken omdat die van belang zijn voor de intrekking van de vergunningen. Haar belang moet zwaarder wegen.
De beoordeling door de Afdeling
3.       Gelet op artikel 8:29, derde lid, van de Awb beslist de Afdeling of de weigering dan wel beperking van de kennisneming van een stuk gerechtvaardigd is. Deze beslissing vergt een afweging van belangen. Enerzijds speelt hierbij het belang dat partijen gelijkelijk beschikken over de voor het hoger beroep relevante informatie en het belang dat de bestuursrechter beschikt over alle informatie die nodig is om de zaak op een juiste en zorgvuldige wijze af te doen. Daartegenover staat dat de kennisneming door partijen van bepaalde gegevens het algemeen belang, het belang van één of meer partijen en/of het belang van derden onevenredig kan schaden.
4.       De Afdeling heeft kennisgenomen van de door de burgemeester overgelegde gedingstukken en stelt voorop dat de stukken op de zaak betrekking hebbende stukken zijn. Zij overweegt als volgt.
- Het Bibob-advies
5.       Het Bibob-advies is aan [appellante] verstrekt en zit ook in het dossier dat aan de Afdeling is voorgelegd. Al om deze reden acht de Afdeling het verzoek tot beperkte kennisneming van het Bibob-advies niet gerechtvaardigd.
- De bestuurlijke rapportage
6.       Naar het oordeel van de Afdeling weegt het belang van de persoonlijke levenssfeer gedeeltelijk zwaarder dan het belang dat de partijen kennis nemen van de stukken. Dat is slechts niet zo voor:
-de passages op de ongenummerde bladzijde met het opschrift "Rapportage bestuurlijk toezicht" met uitzondering van het onder ‘Aanleiding’ genoemde advertentienummer en de daar vermelde naam, telefoonnummer en adres,
-de passage onder ‘Betrokkenen’ op bladzijde 1,
-de tekst op bladzijde 2 vanaf ‘Kamer van Koophandel’,
-bladzijde 3 vanaf ‘III Conclusie’ en
-de eerste twee alinea’s onder ‘Aanbevelingen’ op bladzijde 4.
De Afdeling acht daarom het verzoek tot beperkte kennisneming gedeeltelijk gerechtvaardigd.
7.       De Afdeling bepaalt dat de stukken worden teruggezonden aan de burgemeester. Omdat het Bibob-advies al deel uitmaakt van het dossier hoeft de burgemeester dat niet opnieuw aan de Afdeling toe te zenden.
8.       Indien de burgemeester geen gehoor geeft aan het in dictumonderdeel II. aangeduide verzoek om een geschoonde versie van de bestuurlijke rapportage, toe te sturen, kan de Afdeling daaraan gevolgen verbinden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I.        wijst het verzoek af voor het Bibob-advies en de in overweging 6 genoemde passages van de bestuurlijke rapportage;
II.       verzoekt de burgemeester van Almelo binnen 14 dagen na heden een geschoonde versie van de bestuurlijke rapportage aan de Afdeling en de andere partij toe te sturen;
III.      wijst het verzoek voor het overige toe.
Aldus vastgesteld door mr. J.Th. Drop, lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer, in tegenwoordigheid van mr. S.C. van Tuyll van Serooskerken, griffier.
w.g. Drop
lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer
w.g. Van Tuyll van Serooskerken
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 29 maart 2023
290