ECLI:NL:RVS:2023:1278

Raad van State

Datum uitspraak
30 maart 2023
Publicatiedatum
30 maart 2023
Zaaknummer
202301597/2/V1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening in asielaanvraag van vreemdeling tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

Op 30 maart 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De zaak betreft een vreemdeling die een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had ingediend. Deze aanvraag werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 23 januari 2023 niet in behandeling genomen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep aangetekend bij de rechtbank Den Haag, die op 6 maart 2023 het beroep gegrond verklaarde en de staatssecretaris opdroeg een nieuw besluit te nemen. De staatssecretaris heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft de belangen van zowel de staatssecretaris als de vreemdeling afgewogen. De staatssecretaris verzocht om de uitspraak van de rechtbank niet uit te voeren totdat de Afdeling op het hoger beroep had beslist. De voorzieningenrechter heeft besloten om de voorlopige voorziening te treffen, waardoor de staatssecretaris niet verplicht is om de uitspraak van de rechtbank uit te voeren totdat er een beslissing is genomen in het hoger beroep. Tevens is bepaald dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden. Deze beslissing is genomen door mr. C.M. Wissels, in tegenwoordigheid van mr. M.M. Mercelina, griffier, en is uitgesproken in het openbaar op 30 maart 2023.

Uitspraak

202301597/2/V1.
Datum uitspraak: 30 maart 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht), met toepassing van artikel 8:83, derde lid, van die wet, hangende het hoger beroep van:
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
verzoeker,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam, van 6 maart 2023 in zaak nr. NL23.2200 in het geding tussen:
[de vreemdeling]
en
de staatssecretaris.
Procesverloop
Bij besluit van 23 januari 2023 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.
Bij uitspraak van 6 maart 2023 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaald dat de staatssecretaris een nieuw besluit op de aanvraag neemt met inachtneming van de uitspraak.
Tegen deze uitspraak heeft de staatssecretaris hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De vreemdeling heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
Overwegingen
1.       De staatssecretaris verzoekt de voorzieningenrechter de voorlopige voorziening te treffen dat hij de uitspraak van de rechtbank niet hoeft uit te voeren totdat de Afdeling op zijn hoger beroep heeft beslist.
2.       Gelet op de belangen die de staatssecretaris en de vreemdeling naar voren hebben gebracht, treft de voorzieningenrechter een voorlopige voorziening (uitspraak van 1 september 2021, ECLI:NL:RVS:2021:1936).
3.       De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bepaalt bij wijze van voorlopige voorziening dat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid geen uitvoering hoeft te geven aan de uitspraak van de rechtbank voordat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist.
Aldus vastgesteld door mr. C.M. Wissels, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.M. Mercelina, griffier.
w.g. Wissels
voorzieningenrechter
w.g. Mercelina
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 30 maart 2023
938