ECLI:NL:RVS:2023:1293
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak na niet in behandeling nemen aanvraag verblijfsvergunning
Op 31 januari 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem. Op 27 maart 2023 heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard. De vreemdeling heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat zijn voorgenomen overdracht op 30 maart 2023 om 09.30 uur achterwege blijft.
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 29 maart 2023 uitspraak gedaan op het verzoek om voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter overweegt dat de hogerberoepstermijn nog niet is verstreken en dat er aanleiding is om een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter heeft besloten dat de overdracht van de vreemdeling op 30 maart 2023 niet door kan gaan.
Daarnaast heeft de voorzieningenrechter de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten die de vreemdeling heeft gemaakt in verband met de behandeling van het verzoek. Het totale bedrag van de proceskosten is vastgesteld op € 837,00, dat geheel toe te rekenen is aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 29 maart 2023.