ECLI:NL:RVS:2023:1399
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening vreemdeling inzake rechtmatig verblijf
Op 7 april 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek van een vreemdeling om een voorlopige voorziening. Dit verzoek volgde op een eerdere afwijzing door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van een aanvraag om afgifte van een document dat rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan zou bevestigen. De aanvraag was op 15 april 2021 afgewezen, waarna de vreemdeling bezwaar maakte. Dit bezwaar werd op 17 september 2021 ongegrond verklaard. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, heeft op 20 mei 2022 het beroep van de vreemdeling gegrond verklaard en de staatssecretaris opgedragen om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen. De staatssecretaris heeft echter hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
In de tussentijd heeft de staatssecretaris op 2 februari 2023 het bezwaar van de vreemdeling opnieuw ongegrond verklaard, waarop de vreemdeling beroep heeft ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek beoordeeld, maar kwam tot de conclusie dat er geen spoedeisend belang was voor het treffen van een voorlopige voorziening. Daarom werd het verzoek afgewezen en werd bepaald dat de staatssecretaris geen proceskosten hoefde te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 7 april 2023.