ECLI:NL:RVS:2023:1412
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van asielaanvraag door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een vreemdeling tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, die op 3 oktober 2022 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaarde. De vreemdeling had op 8 september 2022 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvraag werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet-ontvankelijk verklaard. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. J.M. Niemer, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
De Raad van State, in de persoon van mr. H.G. Sevenster, heeft op 12 april 2023 uitspraak gedaan. De Afdeling bestuursrechtspraak bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de rechtbank terecht en op goede gronden tot haar oordeel was gekomen. De motivering van de rechtbank werd overgenomen, en het hoger beroep werd ongegrond verklaard. De staatssecretaris werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden.
De uitspraak benadrukt dat het hogerberoepschrift geen vragen bevatte die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden, zoals bedoeld in artikel 91, tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2000. De beslissing van de rechtbank blijft daarmee in stand, en de vreemdeling krijgt geen verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd.