ECLI:NL:RVS:2023:1491
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verblijfsvergunning
Op 14 april 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin een vreemdeling verzocht om een voorlopige voorziening. De vreemdeling had eerder een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 25 januari 2022 niet in behandeling was genomen. De rechtbank Den Haag had op 20 maart 2023 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard, waarna de vreemdeling hoger beroep instelde en tevens verzocht om een voorlopige voorziening.
De vreemdeling vroeg de voorzieningenrechter om te bepalen dat hij niet zou worden overgedragen voordat er op het hoger beroep was beslist, en om opvang en verstrekkingen te ontvangen. De voorzieningenrechter oordeelde dat het hoger beroep nader onderzoek vereiste, mede in het licht van een arrest van het Hof van Justitie van 30 maart 2023 en een circulaire over de situatie in Italië. Daarom werd besloten om de voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter bepaalde dat de vreemdeling niet zou worden uitgezet totdat er op het hoger beroep was beslist en veroordeelde de staatssecretaris tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die op € 837,00 werden vastgesteld, geheel toe te rekenen aan beroepsmatige rechtsbijstand. Deze uitspraak werd gedaan door mr. J.H. van Breda, in tegenwoordigheid van mr. M.J.C. Beerse, griffier.