ECLI:NL:RVS:2023:1494
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de Raad van State in hoger beroep tegen besluit tot bewaring van vreemdeling
Op 13 februari 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een vreemdeling in bewaring gesteld. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Rotterdam. Op 27 maart 2023 heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. A.M.V. Bandhoe, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
De Raad van State heeft in zijn uitspraak van 17 april 2023 geoordeeld dat de rechtbank zich ten onrechte onbevoegd heeft verklaard om van het hoger beroep kennis te nemen. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft vastgesteld dat er geen mogelijkheid is voor hoger beroep tegen de maatregel van bewaring, zoals vastgelegd in artikel 84 van de Vreemdelingenwet 2000. Dit betekent dat de Raad van State niet bevoegd is om het hoger beroep te behandelen.
De Raad van State heeft in zijn beslissing aangegeven dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden, aangezien de Afdeling zich onbevoegd heeft verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. T.W.A. Weber, griffier. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 17 april 2023.