ECLI:NL:RVS:2023:15
Raad van State
- Verschoning
- H.C.P. Venema
- E.A. Minderhoud
- C.H.M. van Altena
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Verzoek om verschoning van de staatsraad in bestuursrechtelijke zaak
In de zaak met nummer 202103647/1/R4, die op 10 januari 2023 op zitting zou worden behandeld, heeft mr. H.C.P. Venema, als voorzitter van de meervoudige kamer, op 3 januari 2023 een verzoek ingediend om zich te mogen verschonen. Dit verzoek is gedaan in het kader van artikel 8:19 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat de mogelijkheid biedt voor rechters om zich te verschonen op basis van feiten en omstandigheden die de onpartijdigheid zouden kunnen schaden.
De staatsraad, mr. H.C.P. Venema, heeft aangegeven dat hij bij de voorbereiding van de zaak heeft vastgesteld dat een van de partijen, [partij], een raadsheer is in de Centrale Raad van Beroep. Aangezien de staatsraad raadsheer-plaatsvervanger is in dit rechterlijk college, heeft hij besloten om, om elke schijn van vooringenomenheid te vermijden, een verzoek tot verschoning in te dienen.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek beoordeeld en, gezien de motivering van de staatsraad, geoordeeld dat het verzoek om verschoning gerechtvaardigd is. De beslissing om het verzoek toe te wijzen is op 4 januari 2023 openbaar uitgesproken. De uitspraak werd gedaan door mr. E.A. Minderhoud, voorzitter, en mr. C.H.M. van Altena en mr. H.G. Sevenster, leden, in tegenwoordigheid van mr. N. Tibold, griffier.