ECLI:NL:RVS:2023:1567
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep vreemdeling tegen niet in behandeling nemen verblijfsvergunning asiel
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een vreemdeling tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat op 26 oktober 2022 is genomen. De staatssecretaris heeft de aanvraag van de vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Roermond, heeft op 9 december 2022 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. A. Saakjan, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
Tijdens de procedure heeft de staatssecretaris laten weten dat de vreemdeling met onbekende bestemming is vertrokken en dat de gemachtigde van de vreemdeling geen contact meer met hem heeft. Dit heeft de Afdeling doen concluderen dat de vreemdeling geen bescherming meer in Nederland zoekt. Hierdoor heeft de vreemdeling geen belang meer bij een beoordeling van het hoger beroep.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het hoger beroep dan ook niet-ontvankelijk verklaard. De staatssecretaris is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan op 24 april 2023 door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. H. Vonk, griffier.