ECLI:NL:RVS:2023:1577
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 21 april 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin een vreemdeling verzocht om opheffing van een voorlopige voorziening. Deze voorlopige voorziening was eerder getroffen op 6 april 2023, waarbij de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid geen uitvoering hoefde te geven aan een uitspraak van de rechtbank Den Haag. De rechtbank had op 4 april 2023 het besluit van de staatssecretaris om de aanvraag van de vreemdeling voor een verblijfsvergunning asiel niet in behandeling te nemen, vernietigd. De staatssecretaris had hiertegen hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat, ondanks de belangen van de staatssecretaris, het verzoek van de vreemdeling om de voorlopige voorziening op te heffen, werd afgewezen. De voorzieningenrechter oordeelde dat het hoger beroep nader onderzoek vereist, en dat de vreemdeling niet aannemelijk had gemaakt dat hij de uitspraak in de bodemzaak niet kon afwachten. De beslissing van de voorzieningenrechter houdt in dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden en dat het verzoek van de vreemdeling wordt afgewezen.
Deze uitspraak benadrukt de zorgvuldigheid die in asielzaken in acht moet worden genomen, vooral in het licht van recente jurisprudentie van het Hof van Justitie en de situatie in Italië. De voorzieningenrechter heeft de belangen van beide partijen afgewogen en geconcludeerd dat de procedure zich niet leent voor een snelle beslissing.