ECLI:NL:RVS:2023:1581
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot niet in behandeling genomen aanvragen
Op 24 april 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin vreemdelingen een voorlopige voorziening vroegen. De vreemdelingen, die in hoger beroep waren gegaan tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag, hadden eerder aanvragen ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvragen waren door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 23 en 25 januari 2023 niet in behandeling genomen. De rechtbank had op 7 maart 2023 de beroepen van de vreemdelingen ongegrond verklaard, waarna zij hoger beroep instelden en verzochten om een voorlopige voorziening.
De vreemdelingen vroegen de voorzieningenrechter om te bepalen dat zij niet zouden worden uitgezet totdat er op het hoger beroep was beslist, en dat zij opvang en verstrekkingen zouden ontvangen. De voorzieningenrechter oordeelde dat het hoger beroep nader onderzoek vereiste, wat niet goed paste in de huidige procedure. Daarom werd besloten om een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter bepaalde dat de vreemdelingen niet zouden worden overgedragen totdat er een beslissing op het hoger beroep was genomen.
Daarnaast werd de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten die de vreemdelingen hadden gemaakt in verband met de behandeling van hun verzoek. Het totale bedrag van de proceskosten werd vastgesteld op € 837,00, dat geheel toe te rekenen was aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak werd gedaan door mr. H.G. Sevenster, in tegenwoordigheid van mr. S. Nederhoff, griffier.