ECLI:NL:RVS:2023:1603

Raad van State

Datum uitspraak
25 april 2023
Publicatiedatum
25 april 2023
Zaaknummer
202205899/1/V1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • H.G. Sevenster
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep vreemdeling tegen niet in behandeling nemen verblijfsvergunning asiel

Op 25 april 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De staatssecretaris had op 13 september 2022 de aanvraag van de vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Rotterdam, verklaarde op 5 oktober 2022 het beroep van de vreemdeling ongegrond. Hierop heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. J.I.T. Sopacua, hoger beroep ingesteld.

Tijdens de procedure heeft de staatssecretaris laten weten dat hij opnieuw een besluit op de aanvraag van de vreemdeling heeft genomen en dat hij de vreemdeling alsnog een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd heeft verleend. Hierdoor heeft de vreemdeling het doel van de procedure bereikt, wat betekent dat hij geen belang meer heeft bij de beoordeling van het hoger beroep. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft daarom het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. De staatssecretaris is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden.

De uitspraak is gedaan door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A.K. de Keizer, griffier. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 25 april 2023.

Uitspraak

202205899/1/V1.
Datum uitspraak: 25 april 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Rotterdam, van 5 oktober 2022 in zaak nr. NL22.18267 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Procesverloop
Bij besluit van 13 september 2022 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.
Bij uitspraak van 5 oktober 2022 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. J.I.T. Sopacua, advocaat te Heerlen, hoger beroep ingesteld.
De staatssecretaris heeft een nader stuk ingediend.
Overwegingen
1.       De staatssecretaris heeft de Afdeling laten weten dat hij opnieuw een besluit op de aanvraag van de vreemdeling heeft genomen en dat hij de vreemdeling alsnog een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd heeft verleend. Daarmee heeft de vreemdeling het doel van de procedure bereikt. Daarom heeft de vreemdeling geen belang bij de beoordeling van het hoger beroep.
2.       Het hoger beroep is niet-ontvankelijk. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A.K. de Keizer, griffier.
w.g. Sevenster
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. De Keizer
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 25 april 2023
716-1060