ECLI:NL:RVS:2023:1702

Raad van State

Datum uitspraak
3 mei 2023
Publicatiedatum
3 mei 2023
Zaaknummer
202301949/1/V3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • H.G. Sevenster
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen de beslissing tot bewaring van een vreemdeling

In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een vreemdeling tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Rotterdam, van 24 maart 2023. De rechtbank had het beroep van de vreemdeling tegen het voortduren van de maatregel van bewaring ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De vreemdeling was in bewaring gesteld op 21 oktober 2022 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. H. Halfers, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de uitspraak van de rechtbank betrekking heeft op het voortduren van de maatregel van bewaring, waartegen geen hoger beroep kan worden ingesteld volgens artikel 84 van de Vreemdelingenwet 2000. De Afdeling heeft geconcludeerd dat de argumenten van de vreemdeling in hoger beroep geen aanleiding geven om het hoger beroep toch in behandeling te nemen. Er is geen sprake van een situatie waarin het verbod op hoger beroep kan worden doorbroken, zoals bij een oneerlijk proces.

Uiteindelijk heeft de Afdeling bestuursrechtspraak zich onbevoegd verklaard om van het hoger beroep kennis te nemen. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. W.M. Vos, griffier, en is openbaar uitgesproken op 3 mei 2023.

Uitspraak

202301949/1/V3.
Datum uitspraak: 3 mei 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Rotterdam, van 24 maart 2023 in zaak nr. NL23.7667 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Procesverloop
Bij besluit van 21 oktober 2022 heeft de staatssecretaris de vreemdeling in bewaring gesteld.
Bij uitspraak van 24 maart 2023 heeft de rechtbank het door de vreemdeling ingestelde beroep tegen het voortduren van de bewaring ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. H. Halfers, advocaat te Rotterdam, hoger beroep ingesteld.
Overwegingen
1.       De uitspraak van de rechtbank gaat over het voortduren van de maatregel van bewaring (artikel 96 van de Vw 2000). Hiertegen kan geen hoger beroep worden ingesteld (artikel 84, aanhef en onder a, van de Vw 2000).
2.       Wat de vreemdeling in hoger beroep aanvoert, is geen reden om het hoger beroep toch in behandeling te nemen. Het verbod op hoger beroep kan alleen worden doorbroken als er geen eerlijk proces is geweest. Dit doet zich hier niet voor.
3.       De Afdeling is onbevoegd van het hoger beroep kennis te nemen. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart zich onbevoegd om van het hoger beroep kennis te nemen.
Aldus vastgesteld door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. W.M. Vos, griffier.
w.g. Sevenster
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Vos
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 3 mei 2023
644