ECLI:NL:RVS:2023:1881
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 12 mei 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling heeft genomen. Dit besluit, genomen op 6 februari 2023, werd door de rechtbank Den Haag op 13 april 2023 vernietigd, waarbij de rechtbank de staatssecretaris opdroeg om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van de uitspraak. De staatssecretaris heeft hiertegen hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat het hoger beroep van de staatssecretaris nader onderzoek vergt, mede in het licht van een arrest van het Hof van Justitie van 30 maart 2023. Dit arrest betreft het interstatelijk vertrouwensbeginsel voor Bulgarije en heeft implicaties voor de beoordeling van de asielaanvraag. Gezien de complexiteit van de zaak en de noodzaak voor verder onderzoek, heeft de voorzieningenrechter besloten dat de staatssecretaris de uitspraak van de rechtbank niet hoeft uit te voeren totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist.
De voorzieningenrechter heeft tevens bepaald dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 12 mei 2023, en de beslissing is vastgesteld door mr. J.H. van Breda, met mr. M.W. Schippers als griffier.