ECLI:NL:RVS:2023:1900
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep in vreemdelingenzaak
In deze zaak heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag van 15 maart 2023, waarin de rechtbank zich onbevoegd verklaarde om kennis te nemen van het beroep van de vreemdeling tegen brieven van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COa). De vreemdeling had op 6 oktober 2022 een aangeboden woning geweigerd en het COa had hem uitgenodigd voor een gesprek over deze weigering. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M. Görsültürk, heeft in hoger beroep geen argumenten aangedragen waarom de uitspraak van de rechtbank onjuist zou zijn. Hierdoor kon de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State geen inhoudelijk oordeel vellen over het hoger beroep, zoals vereist volgens artikel 85 van de Vreemdelingenwet 2000.
De Afdeling heeft geoordeeld dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is, wat betekent dat de zaak niet verder in behandeling wordt genomen. De staatssecretaris is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in aanwezigheid van mr. L.S. van den Oosterkamp, griffier. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 17 mei 2023.