ECLI:NL:RVS:2023:1900

Raad van State

Datum uitspraak
17 mei 2023
Publicatiedatum
16 mei 2023
Zaaknummer
202302475/1/V1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • H.G. Sevenster
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep in vreemdelingenzaak

In deze zaak heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag van 15 maart 2023, waarin de rechtbank zich onbevoegd verklaarde om kennis te nemen van het beroep van de vreemdeling tegen brieven van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COa). De vreemdeling had op 6 oktober 2022 een aangeboden woning geweigerd en het COa had hem uitgenodigd voor een gesprek over deze weigering. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M. Görsültürk, heeft in hoger beroep geen argumenten aangedragen waarom de uitspraak van de rechtbank onjuist zou zijn. Hierdoor kon de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State geen inhoudelijk oordeel vellen over het hoger beroep, zoals vereist volgens artikel 85 van de Vreemdelingenwet 2000.

De Afdeling heeft geoordeeld dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is, wat betekent dat de zaak niet verder in behandeling wordt genomen. De staatssecretaris is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in aanwezigheid van mr. L.S. van den Oosterkamp, griffier. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 17 mei 2023.

Uitspraak

202302475/1/V1.
Datum uitspraak: 17 mei 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 15 maart 2023 in zaak nr. 22/6254 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (hierna: het COa).
Procesverloop
Bij brief van 19 september 2022 heeft Vluchtelingenwerk Nederland aan de vreemdeling meegedeeld dat hij op 6 oktober 2022 om 11.00 uur wordt verwacht bij de aan hem voorgedragen woning.
Op 6 oktober 2022 heeft de vreemdeling die woning geweigerd.
Bij brief van 21 oktober 2022 heeft het COa de vreemdeling uitgenodigd voor een gesprek over die weigering.
Bij uitspraak van 15 maart 2023 heeft de rechtbank zich onbevoegd verklaard van het door de vreemdeling tegen die brieven ingestelde beroep kennis te nemen.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M. Görsültürk, advocaat te Oss, hoger beroep ingesteld.
Overwegingen
1.       Het hoger beroep richt zich niet tegen de uitspraak van de rechtbank. De vreemdeling legt namelijk niet uit waarom de uitspraak van de rechtbank volgens hem niet juist is. Daarom kan de Afdeling geen inhoudelijk oordeel geven over het hoger beroep (artikel 85 van de Vw 2000).
2.       Het hoger beroep is niet-ontvankelijk. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. L.S. van den Oosterkamp, griffier.
w.g. Sevenster
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Van den Oosterkamp
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 17 mei 2023
941