ECLI:NL:RVS:2023:1965
Raad van State
- Hoger beroep
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de bewaring van een vreemdeling door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een vreemdeling tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarbij de vreemdeling op 16 maart 2023 in bewaring is gesteld. De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen deze beslissing, maar de rechtbank Den Haag heeft op 28 april 2023 het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. R.W. Koevoets, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij de Raad van State.
De Raad van State heeft op 16 mei 2023 uitspraak gedaan. De Afdeling bestuursrechtspraak bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de eerdere uitspraak. De rechtbank heeft op goede gronden geoordeeld en de motivering van de rechtbank wordt overgenomen. Het hogerberoepschrift bevat geen vragen die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moeten worden, waardoor verdere motivering niet noodzakelijk is.
De beslissing van de Raad van State is dat het hoger beroep ongegrond is en de uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 16 mei 2023.