ECLI:NL:RVS:2023:220
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning asiel en verzoek voorlopige voorziening
Op 18 januari 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 3 augustus 2021 de aanvraag van de vreemdeling afgewezen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. E.R. Weegenaar, heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 19 december 2022 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. Het hogerberoepschrift bevatte geen vragen die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden. Daarom is het hoger beroep ongegrond verklaard en is de uitspraak van de rechtbank bevestigd. Het verzoek om een voorlopige voorziening is afgewezen, en de staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en is vastgesteld door mr. N. Verheij, met mr. N. Tibold als griffier. De beslissing bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.