ECLI:NL:RVS:2023:2227
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep van vreemdeling tegen afwijzing aanvraag wijziging verblijfsvergunning
Op 8 juni 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De zaak betreft een aanvraag tot wijziging van de beperking van een aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 22 juni 2020 was afgewezen. De vreemdeling had bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing, maar dit bezwaar werd op 22 september 2020 ongegrond verklaard. Vervolgens heeft de rechtbank op 18 mei 2022 het beroep van de vreemdeling tegen deze beslissing ook ongegrond verklaard.
De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. S. Ben Ahmed, heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank. In de overwegingen van de Raad van State werd opgemerkt dat het hoger beroep zich niet richtte tegen de uitspraak van de rechtbank, omdat de vreemdeling niet heeft uitgelegd waarom deze uitspraak volgens hem onjuist was. Hierdoor kon de Afdeling geen inhoudelijk oordeel geven over het hoger beroep, zoals bepaald in artikel 85 van de Vreemdelingenwet 2000.
De Raad van State heeft uiteindelijk besloten dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is, wat betekent dat de vreemdeling niet in zijn verzoek wordt ontvangen. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd gedaan door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. S.P.M. Zwinkels, griffier.