ECLI:NL:RVS:2023:2258
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning asiel en verzoek om voorlopige voorziening
Op 12 juni 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een vreemdeling die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag op 25 oktober 2022 afgewezen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 18 april 2023 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. F. Boone, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
In de overwegingen van de voorzieningenrechter werd ingegaan op de grieven van de vreemdeling. De vreemdeling stelde dat hij niet tegenstrijdig had verklaard over de datum waarop hij zou zijn gestopt met geloven in de islam. De voorzieningenrechter oordeelde dat de staatssecretaris onvoldoende had gemotiveerd waarom deze verklaring als tegenstrijdig werd beschouwd. Echter, ondanks deze terechte klacht, leidde dit niet tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank, omdat de overige tegenwerpingen van de staatssecretaris standhielden.
De voorzieningenrechter concludeerde dat het hoger beroep ongegrond was en bevestigde de uitspraak van de rechtbank. Het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen, en de staatssecretaris werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 12 juni 2023.