ECLI:NL:RVS:2023:2301
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep staatssecretaris van Justitie en Veiligheid tegen uitspraak rechtbank Den Haag inzake verblijfsvergunning asiel
Op 15 juni 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Dit hoger beroep was gericht tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, van 14 april 2023, waarin de rechtbank het beroep van een vreemdeling gegrond verklaarde. De vreemdeling had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar de staatssecretaris had deze aanvraag niet in behandeling genomen. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris een nieuw besluit op de aanvraag moest nemen, met inachtneming van de uitspraak.
In het hoger beroep heeft de staatssecretaris aangegeven dat de vreemdeling met onbekende bestemming is vertrokken, wat door de Afdeling is vastgesteld. Hierdoor heeft de staatssecretaris geen belang meer bij een beoordeling van zijn grief, omdat de overwegingen van de rechtbank geen praktische betekenis meer hebben. De voorzieningenrechter heeft daarom het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
De uitspraak is gedaan door mr. N. Verheij, in tegenwoordigheid van mr. L.S. van den Oosterkamp, griffier, en is openbaar uitgesproken op 15 juni 2023.