202200837/1/R1.
Datum uitspraak: 21 juni 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
Heemkundekring De Kommanderij Gemert (hierna: de vereniging), gevestigd te Gemert, gemeente Gemert-Bakel,
appellante,
en
de raad van de gemeente Gemert-Bakel,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 11 november 2021 heeft de raad het bestemmingsplan "Gemert-Bakel Buitengebied, herziening april 2021" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft de vereniging beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
[partij] heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 13 juni 2023, waar de raad, vertegenwoordigd door mr. drs. F.T.H. Branten, is verschenen. Voorts is ter zitting [partij] als partij gehoord.
Overwegingen
Inleiding
1. Het plan maakt diverse ontwikkelingen in het buitengebied van Gemert-Bakel mogelijk. Een van die ontwikkelingen is het verzoek van [partij] om zijn intensieve veehouderij op de [locatie 1] in Gemert te beëindigen en te saneren en de bedrijfswoning om te zetten naar een burgerwoning. Daarnaast wenst [partij] met toepassing van de provinciale ruimte-voor-ruimte regeling één van de ruimte-voor-ruimtetitels die vrijkomt bij de sanering van de veehouderij te gebruiken om een ruimte-voor-ruimtewoning te realiseren op de locatie Kleikampen ong. in Gemert. Aan de gronden op deze locatie zijn de bestemmingen "Wonen" en "Waarde - Oude Akker", de functieaanduiding "specifieke vorm van wonen - ruimte voor ruimte woningen" toegekend en is aan een deel van de gronden de aanduiding voor een bouwvlak toegekend.
2. Het doel van de vereniging is onder meer het behoud van cultuurhistorische en natuurhistorische waarden en van monumenten en archeologische monumenten in de breedst mogelijke zin. Zij vreest ervoor dat de voorziene woning op de locatie Kleikampen ong. zal leiden tot verstoring van de bebouwingsgrens van de kern Gemert.
Afweging raad
3. De vereniging betoogt dat de afweging van de raad om op de locatie Kleikampen ong. te voorzien in een woning en waar op grond van het voorheen geldende plan "Gemert-Bakel Buitengebied 2017" de bestemming "Waarde - Oude Akker" rust, in strijd is met artikel 26.4.1 van dat plan. Ingevolge dat artikel kan bij een omgevingsvergunning worden afgeweken van het voor die bestemming geldende bouwverbod. Dit artikel biedt volgens de vereniging geen ruimte voor een bredere belangenafweging en in dat plan is evenmin een regeling opgenomen die dat mogelijk maakt. De vereniging wijst erop dat de bevoegdheid om onder voorwaarden van het bouwverbod af te wijken aan het college van burgemeester en wethouders van Gemert-Bakel is toegekend en dat de raad die bevoegdheid zich niet mag toe-eigenen.
3.1. Anders dan de vereniging kennelijk meent, is voor het voorzien van de woning in dit geval geen gebruik gemaakt van de afwijkingsbevoegdheid uit artikel 26.4.1 van het voorheen geldende plan. De Afdeling overweegt dat aan een geldend bestemmingsplan geen blijvende rechten kunnen worden ontleend. De raad kan op grond van gewijzigde planologische inzichten en na afweging van alle betrokken belangen andere bestemmingen en regels voor gronden vaststellen. In dit geval mocht de raad gelet op de hem toekomende beleidsruimte ervoor kiezen om voor het voorzien van de woning een nieuw plan vast te stellen. Wat de vereniging daarover heeft aangevoerd, leidt dan ook niet tot het oordeel dat de raad dit niet heeft mogen doen.
Het betoog faalt.
Precedentwerking
4. De vereniging vreest voor een precedentwerking. Zij wijst erop dat anderen in de toekomst aan de Kleikampen kunnen bouwen met gebruikmaking van de zogenoemde ruimte-voor-ruimte-regeling omdat zij daar gronden in eigendom hebben of kunnen verwerven.
4.1. In deze procedure kan de Afdeling alleen een oordeel geven over het nu voorliggende plan. Een eventueel toekomstig verzoek om medewerking te verlenen aan het bouwen van een woning aan de Kleikampen zal op zijn eigen merites worden beoordeeld. Het kan niet leiden tot het oordeel dat het in deze zaak ter beoordeling staande bestemmingsplan in strijd met een goede ruimtelijke ordening moet worden geacht.
Het betoog faalt.
Alternatieven
5. De vereniging betoogt dat niet gebleken is dat is gezocht naar een alternatieve locatie. Zij wijst erop dat de woning kan worden voorzien op de locatie aan [locatie 1] waar de intensieve veehouderij wordt beëindigd. Op deze locatie rust namelijk niet de bestemming "Waarde - Oude Akker", zodat de Kleikampen niet wordt aangetast terwijl de gronden daar ook in het bezit van [partij] zijn. In dat verband wijst de vereniging op de op korte afstand van [locatie 1] gelegen [locatie 2], waar drie ruimte-voor-ruimtewoningen zijn gebouwd op dezelfde plek waar een intensieve veehouderij is beëindigd. De stelling van de raad dat [locatie 1] geen optie is, omdat deze solitair is gelegen in het buitengebied volgt de vereniging niet, omdat aan De Kampen twee agrarische bedrijven liggen waarvan een op minder dan 200 m van het te slopen bedrijf ligt.
5.1. De raad moet bij de keuze van een bestemming een afweging maken van alle belangen die betrokken zijn bij de vaststelling van het plan. Daarbij heeft de raad beleidsruimte. De voor- en nadelen van alternatieven moeten in die afweging worden meegenomen.
De raad heeft toegelicht dat het niet wenselijk is om de woning op de locatie [locatie 1] te voorzien omdat, mede gelet op de Interim Omgevingsverordening van de provincie Noord-Brabant, verstening in het buitengebied zoveel mogelijk moet worden teruggedrongen en de wens bestaat bebouwing te clusteren in kernrandzones, bebouwingslinten en/of bebouwingsclusters. Over de [locatie 2], gelegen op ongeveer 640 m afstand van [locatie 1], heeft de raad toegelicht dat die locatie minder solitair is gelegen, aangezien in de directe omgeving daarvan meer woningen staan. Dit in tegenstelling tot [locatie 1].
Gelet op de hiervoor weergegeven toelichting heeft de raad het voorgestelde alternatief van de vereniging afgewogen bij de vaststelling van het plan en toereikend gemotiveerd waarom niet voor dat alternatief is gekozen. De stelling van de vereniging dat [locatie 1] niet solitair is gelegen vanwege de twee agrarische bedrijven, maakt dit niet anders, omdat de raad bij de keuze voor een woonbestemming van belang heeft geacht of woningen in de directe omgeving liggen en niet of in de directe omgeving bebouwing ten behoeve van agrarische doeleinden aanwezig is.
Het betoog faalt.
Herhalen en inlassen zienswijze
6. Waar de vereniging voor het overige verzoekt de inhoud van haar zienswijze als herhaald en ingelast in het beroepschrift te beschouwen, overweegt de Afdeling dat in de zienswijzennota is ingegaan op die zienswijze. De vereniging heeft in haar beroepschrift geen redenen aangevoerd waarom de weerlegging van de zienswijze onjuist of onvolledig zou zijn.
Conclusie
7. Het beroep is ongegrond.
8. De raad hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. H.C.P. Venema, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A. van Helvoort, griffier.
w.g. Venema
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Van Helvoort
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 21 juni 2023
877