ECLI:NL:RVS:2023:2440

Raad van State

Datum uitspraak
23 juni 2023
Publicatiedatum
23 juni 2023
Zaaknummer
202202797/1/V1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • H.G. Sevenster
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep van vreemdeling tegen overplaatsing door het Centraal Orgaan opvang asielzoekers

In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een vreemdeling tegen een besluit van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) van 13 maart 2022, waarbij de vreemdeling werd overgeplaatst naar de Handhavings- en Toezichtlocatie te Hoogeveen. De rechtbank Den Haag had op 13 april 2022 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. H.T. Gerbrandy, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

Tijdens de procedure heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvullende stukken ingediend. Op 2 mei 2023 heeft de staatssecretaris de Afdeling laten weten dat de vreemdeling met onbekende bestemming is vertrokken. De Afdeling heeft vastgesteld dat de vreemdeling zijn gemachtigde niet op de hoogte heeft gehouden van zijn verblijfplaats, wat in strijd is met de verwachtingen die aan vreemdelingen worden gesteld. Hierdoor concludeert de Afdeling dat de vreemdeling geen belang meer heeft bij een inhoudelijke beoordeling van zijn hoger beroep.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het hoger beroep dan ook niet-ontvankelijk verklaard. Het COA is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. L.S. van den Oosterkamp, griffier, en is openbaar uitgesproken op 23 juni 2023.

Uitspraak

202202797/1/V1.
Datum uitspraak: 23 juni 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, van 13 april 2022 in zaak nr. 22/1557 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (hierna: het COa).
Procesverloop
Bij besluit van 13 maart 2022 heeft het COa de vreemdeling overgeplaatst naar de Handhavings- en Toezichtlocatie te Hoogeveen.
Bij uitspraak van 13 april 2022 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. H.T. Gerbrandy, advocaat te Leeuwarden, hoger beroep ingesteld.
De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft een nader stuk ingediend.
De vreemdeling heeft daar desgevraagd op gereageerd.
De staatssecretaris heeft een nader stuk ingediend.
Overwegingen
1.       Bij brief van 2 mei 2023 heeft de staatssecretaris de Afdeling laten weten dat de vreemdeling met onbekende bestemming is vertrokken. Uit de uitspraak van de Afdeling van 22 februari 2019, ECLI:NL:RVS:2019:579, onder 2, volgt dat van een vreemdeling wordt verwacht dat hij zijn gemachtigde gedurende de gehele procedure op de hoogte houdt van zijn verblijfplaats en met hem in contact blijft over de voortgang van de procedure en de keuzes die in dit kader moeten worden gemaakt. De gemachtigde van de vreemdeling heeft naar aanleiding van de brief van 2 mei 2023 niet laten weten dat hij nog contact met hem heeft. Daaruit leidt de Afdeling af dat de vreemdeling geen belang meer heeft bij een inhoudelijke beoordeling van zijn hoger beroep.
2.       Het hoger beroep is niet-ontvankelijk. Het COa hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. L.S. van den Oosterkamp, griffier.
w.g. Sevenster
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Van den Oosterkamp
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 23 juni 2023
941