ECLI:NL:RVS:2023:2662
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om opheffing voorlopige voorziening in asielzaak na intrekking hoger beroep
Op 12 juli 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een vreemdeling die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had deze aanvraag op 24 januari 2023 niet in behandeling genomen. De vreemdeling ging hiertegen in beroep bij de rechtbank, die op 4 april 2023 het beroep gegrond verklaarde en de staatssecretaris opdroeg een nieuw besluit te nemen. De staatssecretaris ging in hoger beroep tegen deze uitspraak en vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening.
Op 6 april 2023 bepaalde de voorzieningenrechter dat de staatssecretaris geen uitvoering hoefde te geven aan de uitspraak van de rechtbank totdat de Afdeling op het hoger beroep had beslist. De vreemdeling verzocht vervolgens om opheffing van deze voorlopige voorziening. Echter, op 4 juli 2023 trok de staatssecretaris zijn hoger beroep in. Hierdoor verviel de voorlopige voorziening, wat betekende dat de vreemdeling geen belang meer had bij de beoordeling van zijn verzoek om opheffing.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek van de vreemdeling afgewezen, met de overweging dat er geen inhoudelijke beoordeling meer nodig was. De staatssecretaris werd niet verplicht om de proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 12 juli 2023.