ECLI:NL:RVS:2023:2667

Raad van State

Datum uitspraak
12 juli 2023
Publicatiedatum
12 juli 2023
Zaaknummer
202302557/1/V1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • N. Verheij
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep van vreemdelingen tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel

Op 12 juli 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van twee vreemdelingen tegen de afwijzing van hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De aanvragen waren op 8 februari 2023 afgewezen. De rechtbank Den Haag had op 14 april 2023 het beroep van de vreemdelingen ongegrond verklaard, waarna zij hoger beroep instelden.

Tijdens de procedure heeft de staatssecretaris op 9 juni 2023 laten weten dat de vreemdelingen met onbekende bestemming zijn vertrokken en dat de gemachtigde van de vreemdelingen geen contact meer met hen heeft. Dit leidde de Afdeling tot de conclusie dat de vreemdelingen niet langer bescherming in Nederland zochten, waardoor zij geen belang meer hadden bij een beoordeling van het hoger beroep.

Gelet op deze omstandigheden heeft de Afdeling het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. De staatssecretaris is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. N. Verheij, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. H.J. Jongeneel, griffier, en is openbaar uitgesproken op 12 juli 2023.

Uitspraak

202302557/1/V1.
Datum uitspraak: 12 juli 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[vreemdeling 1] en [vreemdeling 2]
appellanten,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam, van 14 april 2023 in zaken nrs. NL23.4432 en NL23.4433 in het geding tussen:
de vreemdelingen
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Procesverloop
Bij besluiten van 8 februari 2023 heeft de staatssecretaris aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.
Bij uitspraak van 14 april 2023 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdelingen ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak hebben de vreemdelingen, vertegenwoordigd door mr. R.J. Portegies, advocaat te Badhoevedorp, hoger beroep ingesteld.
De staatssecretaris heeft een nader stuk ingediend.
De gemachtigde van de vreemdelingen heeft een nader stuk ingediend.
Overwegingen
1.       Bij brief van 9 juni 2023 heeft de staatssecretaris de Afdeling laten weten dat de vreemdelingen met onbekende bestemming zijn vertrokken. De gemachtigde van de vreemdelingen heeft desgevraagd laten weten geen contact meer met hen te hebben. Daaruit leidt de Afdeling af dat de vreemdelingen niet langer bescherming in Nederland zoeken. Daarom hebben de vreemdelingen geen belang bij een beoordeling van het hoger beroep.
2.       Het hoger beroep is niet-ontvankelijk. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. N. Verheij, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. H.J. Jongeneel, griffier.
w.g. Verheij
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Jongeneel
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 12 juli 2023
941